Behandeling heupdysplasie

Katten met heupdysplasie zijn vaak minder actief, hebben een stijve gang, springen en klimmen minder en hebben moeite met naar de bak gaan (soms naast de bak plassen). Heupdysplasie bij de kat kan ontstaan door een ondiepe heupkom, waardoor de heupkop afwijkend belast wordt. Uiteindelijk tast dit het kraakbeen van de heupkop aan, met slijtage (artrose) als gevolg. Gelukkig is bijna altijd nog een vorm van behandeling van de heupdysplasie en artrose mogelijk. 

Onderzoek van de heup

Om te onderzoeken of de kat heupdysplasie heeft worden er röntgenfoto’s gemaakt en een orthopedisch onderzoek uitgevoerd. Bij dit orthopedisch onderzoek zal de dierenarts of orthopeed de heupen verschillende kanten op laten bewegen. De katten hebben vaak een matige bespiering van de achterhand en zijn meestal pijnlijk bij het strekken van de heupen. Op de röntgenfoto’s is vaak te zien dat de heupkop niet diep genoeg in de heupkom zit. Vaak is de heupkom te ondiep en te vlak. Wanneer er ook artrose te zien is op de foto’s zijn dit benige veranderingen rondom het gewricht.

Het is lastig dat de symptomen niet altijd overeenkomen met de afwijkingen op de röntgenfoto’s. Soms heeft een kat op de röntgenfoto’s zeer afwijkende heupen en tegelijkertijd in het echt relatief weinig klachten. Andersom kan een kat tijdens het onderzoek veel pijnlijker zijn dan we op basis van de röntgenfoto’s verwachten.

Op de röntgenfoto’s kijken we ook goed naar de lage rug omdat problemen in dit gebied voor vergelijkbare klachten kunnen zorgen als HD.

Van links naar rechts: normale heupen, heupen met heupdysplasie (en ook patella luxatie), heupen met heupdysplasie en artrose in de heupen, röntgenfoto na heupoperatie (femurkophalsresectie)

Behandeling heupdysplasie

De behandeling van de klachten bestaat uit meerdere aspecten. Artrose is een chronisch aftakelingsproces en het zal in de loop der tijd altijd erger worden. Bij de behandeling proberen we de ontstane neerwaartse spiraal af te remmen. Het is hierbij van groot belang dat de kat blijft bewegen en de pijn wordt bestreden.

Het geven van pijnmedicatie (meestal NSAID’s) is een belangrijke eerste stap. Uit onderzoek blijkt dat het geven van deze medicatie bij veel katten zorgt voor een toename van activiteit. Vaak geven we deze pijnstilling voor een langere periode, soms levenslang. Met name bij oudere katten die NSAID’s krijgen is het verstandig om periodiek bloedonderzoek te doen om de lever- en nierfunctie te controleren.

We willen graag dat de kat voldoende beweegt, u kunt hiervoor zijn omgeving aanpassen. Zo kunt u meubels verplaatsen zodat de kat stapsgewijs via een kruk op de vensterbank kan, of kunt u de krabpaal liggend leerleggen. Ook met speelgoed en spelletjes wordt de kat gestimuleerd om voldoende te bewegen.

Het moet de kat makkelijk genoeg worden gemaakt om bij zijn voer en water te komen en om op de kattenbak te gaan. Er bestaan kattenbakken met een lage rand waar de kat makkelijker overheen stapt.

Daarnaast kan fysiotherapie helpen om door middel van de juiste oefeningen spieren en conditie te trainen.

Speciaal voer met de juiste verhouding Omega-3 en Omega-6 vetzuren, lijkt net als bij de hond de klachten van de artrose te verminderen. Daarnaast is het belangrijk dat katten met overgewicht afvallen. Dit valt vaak niet mee omdat de kat door de chronische pijn als gevolg van de artrose minder beweegt.

Het merendeel van de katten kan door een combinatie van bovenstaande maatregelen succesvol behandeld worden. Voor katten die hiermee onvoldoende verbeteren zijn er gelukkig nog chirurgische opties.

Operatie

Bij katten met ernstige artrose in de heupen kan overwogen worden om een femurkophalsresectie uit te voeren (hierbij worden  de heup kop en -hals van een of beide bovenbenen afgezaagd). Het doel van deze operatie is dat er geen bot-op-bot contact meer is en dus geen pijn.


Na het verwijderen van de heupkop en hals is er geen bot op bot contact meer en is dus de pijn verdwenen.

Het is na deze ingreep belangrijk dat de kat snel leert lopen op de geopereerde achterpoot. Wij raden dan ook aan katten na een dergelijke ingreep door een dierenfysiotherapeut te laten begeleiden.

 

auteur: Roelof Maarschalkerweerd, Specialist Chirurgie der gezelschapsdieren, Orthopeed
Lees verder
Deel deze pagina
LinkedIn
Facebook
Email
WhatsApp
Onze receptionisten staan je graag te woord
Gerelateerde berichten