Woordenboek scopie

Vaak gebruiken wij medische terminologie in onze verslagen aan de dierenarts. Dierenarts en artsen over de hele wereld spreken deze taal. Voor ons makkelijk, voor u abracadabra. Hier kunt u in normaal Nederlands, als in een woordenboek, lezen wat we bedoelen met betrekking tot een scopie.


Inwendig onderzoek van de maag

A

Angulus : De maag is een zak die eenmaal is dubbelgevouwen. De angulus is deze vouw: de binnenbocht van de maag (angulus = hoek)

Anorexie Anorexie is niet eten, onafhankelijk van de oorzaak. Wordt vaak verward met anorexia nervosa wat niet eten door een psychische oorzaak betekend.
Lees verder anorexie kat of anorexie hond

Antrum of antrum pylori: Het antrum is het laatste gedeelte van de maag, voor de uitgang naar de dunne darm. De pylorus is de sluitspier op overgang van maag naar darm

Astma: Ontsteking en spasme van bronchiën (luchtpijpjes in de longen). Bij de mens veroorzaakt door allergie. Bij de kat wordt het zelfde bedoeld als bronchitis. Lees verder astma kat

Aspergillus Fumigatus: Een bepaald soort schimmel. Geeft een pijnlijk ontsteking in de neus van de hond. Lees verder aspergillus

B

Bronchitis: Ontsteking van de luchtpijpjes in de longen. Kan worden veroorzaakt door virussen, bacteriën, fijnstof en allergie
Zie bronchitis kat, bronchitis hond

Bronchoscopie: Kijkonderzoek van de bronchiën (luchtpijpjes in de longen). Lees verder bronchoscopie

Broncho-alveolaire lavage (BAL): Spoeling om materiaal uit de longen te verzamelen voor cel onderzoek of bacteriekweek. Lees verder bronchoscopie

Broncho-pneumonie: Longontsteking waarbij de luchtwegen betrokken zijn. Lees verder longontsteking hond, longontsteking kat

C

Cardia: Ingang van de maag (wordt ook wel maagklepje genoemd, maar er zit geen klepje). (Cardia wordt soms verward met cardiaal wat ook van het hart betekent)

Carina: Hier splitst de luchtpijp in twee delen (die naar de linker en de rechter longhelft gaan)

Choanae: Achteruitgang van de neusgangen, neusgaten in de keel

Colitis: Ontsteking van de dikke darm. Lees verder bij colitis hond en diarree kat

Colon: Dikke darm

Concha (meervoud: conchae): Neusschepjes (kraakbeenschotjes in de neus) die de neus indelen in een groot labyrint

Corpus: Grootste deel van de maag

Corpus alienum: Vreemd voorwerp (dat niet in het lichaam thuishoort). Lees verder bij voorwerp ingeslikt

Cytologie: Microscopisch cel onderzoek van losse cellen. Vaak worden de monsters verkregen door het aanprikken van weefsel met een injectienaald. Cytologie is sneller en goedkoper dan histologie, maar voor sommige onderzoeken niet bruikbaar.

D

Darmvilli: Darmvlokken. Dit hoogpolig tapijt bekleed de binnenkant van de dunne darm en zorg voor een sterke vergroting van het verterend en absorberend oppervlak van de darm. Bij dunne darm diarree zijn de villi vaak ontstoken, verkort, verbreed of bevatten ze lymfangiectasieën (zie onder). Zie diarree hond, diarree kat

Duodenitis: Ontsteking van het duodenum

Duodenum: Twaalfvingerige darm; eerste deel van dunne darm, bij de mens twaalf naast elkaar gelegen vingers lang

Dyspnoe: Benauwdheid. Kan worden voorafgegaan aan inspiratoir (bij inademen) en/of expiratoir (bij uitademen). Zie ook stridor. Lees verder benauwde hond of kat

E

Endoparasieten: Parasieten in de darmen. Vergelijk met ectoparasieten: op de huid (als vlooien). zie wormen hond, wormen kat

Enteritis: Ontsteking van de darm

Eosinofiele-: Van de eosinofiele (bepaalde witte bloedcellen, die normaal bedoeld zijn om parasieten te bestrijden)

Epiglottis: Klepje dat van de neus naar de stembanden loopt en het voedsel bij de stembanden vandaan houdt

Epistaxis: Bloedneus

Esofagus, esophagus, zie ook oesofagus: Slokdarm

afwijkende slokdarm hond

Exsudaat: Ontstekingsvocht, pus

F

Farynx of pharynx: Keelholte, te verdelen in nasofarynx (boven het huig, achter de neus) en de orofarynx (onder het huig, achter de mond).

Fundus: Bepaald deel van de maag

G

Gastritis: Maagontsteking

Gastroscopie: Kijkonderzoek maag

H

Histologie: Microscopisch weefselonderzoek (biopten) waarbij gekeken wordt naar type cellen en onderlinge samenhang. Het wordt gedaan op ultradunne stukjes weefsel. Histologie is geen soms meer informatie dan cytologie, maar duurt langer, is kostbaarder en soms niet mogelijk.

Hyperplasie: Toename van het aantal cellen

I

Inflammatory Bowel Disease (IBD): Chronische ontsteking van de darmen

L

Laryngeale -: Van het strottenhoofd, bijvoorbeeld layngeale stridor

Larynx: Strottenhoofd

Larynxcollaps: Samenvallen van strottenhoofd. Lees verder bij larynxcollaps

Larynxparalyse: Stembandverlamming

De stembanden hangen slap. Op de stembanden zit speeksel

Lymfangiectasie: Spatader van lymfevaten in de darmvlok, verwijd of gestuwd lymfvat in het darmslijmvlies. In de onderstaande endoscopiebeelden is dit zichtbaar als wit “puistje”.

Lymfo-plasmacellulair: Van de lymfocyten en plasmacellen uitgaand: beide zijn bepaalde witte bloedcellen. Lymfo-plasmacellulaire enteritis is de meest voorkomende afwijking bij een endoscopie

Lymfocytair: Van de lymfocyten (bepaalde witte bloedcellen)

M

Maagcarcinoom: Kwaadaardige maagtumor uitgaande van het maagslijmvlies. Deze kankervariant geeft vaak een maagzweer.

Maligne lymfoom: Lymfeklierkanker (hond, kat) non-hodgkin lymfoom

Lymfeklierkanker van de maag

Megaoesofagus: Verlamde slokdarm (mega = groot, oesofagus = slokdarm)


Normaal is de slokdarm niet zichtbaar op een röntgenfoto

Mucosa: Slijmvlies, bekleed neus, mond, luchtwegen, (slok-)darm en maag

N

Nasaal, nasale-: Neus-

Nasofarynx of nasopharynx: Deel van keelholte boven het gehemelte (neuskeelholte)

Neoplasie: Tumor, kanker. Zie kanker bij honden en kanker bij katten

O

Oedeem: Vochtophoping

Oesofagitis of esofagitis: Ontsteking van de slokdarm

Oesofagus of esofagus: Slokdarm. Megaoesofagus is grote (verlamde) slokdarm

P

Palatum durum: Harde gehemelte, monddak

Palatum molle: Zachte gehemelte, huig

Poliep: Woekering van weefsel, kan aan een steeltje zitten. Voorbeelden: neuspoliep, maagpoliep, darmpoliep

poliep in de dikke darm (coloscopie)

Pneumonie: Longontsteking. Zie longontsteking hond, longontsteking kat?

Protein loosing enteropathie (PLE): Darmziekte met eiwitverlies

Purulent: Pus

Pylorus: Sluitspier tussen maag en twaalfvingerige darm (maagportier)

R

Reflux: Terugstromen. Bijvoorbeeld reflux oesofagitis of gastritis

Regurgiteren: Terugstromen van voedsel naar de mond (braken zonder buikpers). Zie megaoesofagus

Retrograad: Tegen de normale richting in

Rhinitis: Neusontsteking

Rhino-: Neus-

S

Scopie: Kijkonderzoek. Bijvoorbeeld rhinoscopie, bronchoscopie, endoscopie, coloscopie

Stridor: Bijgeluid bij het ademen

Deze kat maakt geluid bij het ademen (stembandverlamming)

T

Tenesmus: Persdrang, moeilijke stoelgang. Zie ook diarree hond, diarree kat

Tonsil: Keelamandel

Trachea: Luchtpijp, zie ook luchtpijpaandoeningen

Tracheacollaps: Afgeplatte/samengevallen luchtpijp. Vergelijk het met een stofzuiger slang waar u op heet gestaan. Zie hoesten hond, luchtpijpaandoening

afgeplatte luchtpijp

U

Ulcus, Ulcer, Ulceratie: Zweer, wond, bijvoorbeeld maagzweer

Lees verder
Deel deze pagina
LinkedIn
Facebook
Email
WhatsApp
Onze receptionisten staan je graag te woord
Gerelateerde berichten